Vier verdere dagen

1 juni 2010 - Channel-Port aux Basques, Canada

Maandag 24 mei
Prachtig weer. Staalblauwe hemel. Alleen koud, maar ja wat wil je hier. Een lekkere fleece aan en je merkt er niks van. De trail gelopen die naar Western Brook Pond gaat. In 1 woord : prachtig ! En mooi aangelegd. Jammer dat de boot niet vaart. Dit bergmeer is uniek, omdat het erg koud is (een graad of vier vijf), een ph waarde heeft van vrijwel nul (niet zuur, niet zout, niet niks : dus nul verontreiniging) de bergen er loodrecht in verdwijnen, waardoor er alles bij elkaar maar heel weinig leven in mogelijk is... en dat wat er is, groeit en bloeit maar heel langzaam... Het water is heel helder, het is er stil en je hoort wat vogels. Geen moose (groot rendier achtig beest) gezien, hoewel ze wel voor hen waarschuwen. En er genoeg "bewijzen" her en der liggen. Daarna naar Cow Head terug gereden om de bay trail te lopen. En, we zijn bijna bij het strand, op de parkeerplaats, en wat staat daar : een hoogzwangere kariboe. Eerst liet ze zich rustig op de foto zetten, maar als Han alsmaar dichter bij komt, draait zij zich nadrukkelijk om en kijkt toch wel dreigend richting de lens. Het geeft wel een mooie foto. Daarna een eind langs het strand gelopen in het heerlijke weer. wat slaapt een mens dan lekker. Met zoveel zon, zee en zeelucht.

Dinsdag 25 mei

Vroeg (ruim half negen) vertrekken we op weg naar St.Anthony. Langs een prachtige kustroute. Vervreemdende landschappen. Het is kaal, alleen laag begroeid, kleine kromgegroeide, sneu uitziende denneboompjes, geteisterd door de elementen. Afgewisseld met uitgestrekte kale vlaktes, er groeit alleen maar wat mos. Het is mooi weer en de zon schijnt. Onderweg zijn we aangestoken bij Port aux Choix. Hier is een info centrum over de plaatselijke culturele historie. Van maritieme indianen (die heel heel vroeger uit Rusland via Alaska hier gekomen zijn) naar latere indianen (Beothuks) via de Europese (vooral) Franse "invasie" tot heden. De indianen leefden in harmonie met hun directe omgeving : vissen en jagen. Het gereedschap hiervoor en voor hun onderkomens maakten ze van de gejaagde beesten en van de soorten stenen die ze hier en een eindje verderop vonden. Helemaal - wat wij nu noemen - duurzaam en ecologisch verantwoord. De wederom aardige en behulpzame info-jongedame liet ons de film zien en we mochten zelf door de tentoonstelling wandelen. Zonder entree, want ze waren nog niet open. Maar ze vinden het vooral belangrijk dat je er wat van meekrijgt. En weer verder naar St.Anthony. We komen langs de ferry naar Labrador...
En daarna... we geloven onze ogen niet : de eerste ijsberg doemt op ! Gees denkt nog even dat het een soort strak in de folie gestoken visopslag is, maar nee, het is een heuse ijsklomp. Stel je voor een afmeting - boven water - van een flink oorlogsschip, en dan het stuk onder water nog eens x negen ! Vissers blijven dan ook op gepaste afstand. Hoe noordelijker we komen, hoe meer er
ronddobberen. Het is een fascinerend gezicht. Vooral als je bedenkt, dat de gletsjers waar ze vanaf gebroken zijn, miljoenen jaren geleden zijn gevormd. Verderop zien we zelfs onze eerste moose! En later nog eentje. Ze zijn toch wel erg groot. En de waarschuwing op het bord over het twaalfde dodelijke ongeluk, neem je dan meteen heel serieus. We komen terecht op de geplande camping bij Quirpon : Viking. Ietsje verder naar het noorden is een Viking open lucht museum, vandaar. Volgens het boekje is de camping open, maar volgens de man zelf is de camping nog gesloten. Hij wijst ons een plek en wij hangen onze kabel en slang er weer aan, logisch toch. Hij is wel de goedkoopste tot nu toe, per nacht 20 dollar. Een knus campinkje gelegen aan een baai die uitmondt in de Atlantische oceaan. Plek voor een stuk of 15 campers en 5 tenten. Die laatste staan hier op houten vlonders. Dat is warmer en je hebt geen last van regenwater (idee voor in Nederland ?). Een mevrouw heeft net haar camper hier weer neergezet voor de zomer periode en rijdt nu terug naar Alberta; dat spreekt ook vanzelf... als je weet hoe ver dat is. We zetten onze Nederlandse ideeen over afstanden maar weer even in de koelkast. We staan voor de afwisseling eens met zijn tweeen. Aan het begin van onze baai dobbert nog een ijsberg. Gees heeft nog een was gedraaid en niet al te laat gaan we slapen en droomt Han van ijsbergen.

Woensdag 26 mei
Vannacht bereslecht weer. Enorme wind en regen. Vanmorgen mistig en dichtgetrokken; en koud. We kijken naar het weer op internet. Zondag wordt het hier zonnig. daar putten we dan maar moed uit. Daarvoor en daarna bewolkt met regen en een graad of 5. Op Nova Scotia is het de komende dagen een graag of tien warmer. We concluderen : we hebben ijsbergen gezien en hebben nu koude tenen, dus we zakken weer af naar het zuiden. En nog meer moose ! wel een stuk of vijf. het zijn voornamelijk jonge mannetjes, die "weggestuurd" zijn door hun moeder, omdat die op het punt staat weer moeder te worden. Al rijdend, heeft Han er twee op de foto kunnen zetten; ze zijn namelijk zo weer verdwenen. Ze zijn banger voor ons, dan wij voor hen.
Via de oostelijke route zakken we weer af richting Port aux Choix. Dit landschap is anders vreemd, maar ook vreemd. Het doet wat vriendelijker aan. Met afwisselend stukken bos, onderbroken door kleine en grote meren en baaien en open vlakten. Wederom weer veel (wat wij noemen) volkstuintjes onderweg, pal langs de weg. Heel wat mensen zijn er knap druk mee. Ze zetten de
auto gewoon langs de weg en gaan aan de slag. Wij zoeken een parkeerplaats om koffie te gaan zetten. Han maakt een foto van een kruispunt; dit blijkt later die ene afslag te zijn, die we hadden moeten hebben. Dus 14 km terug gereden uit Roddickton en alsnog afgeslagen richting Plum Point. Nog een enkele moose en veel gaten in de weg. Dit is duidelijk niet de Trans Canadian Highway,
zoals die langs de westkust loopt (gister gereden). Het blijft bewolkt met zo nu en dan een poging tot een straaltje zon. We besluiten in Port aux Choix op een camping te gaan staan. En omdat we bijna alleen op de weg zijn, verloopt onze reis vlot. We zijn er zo en gaan staan op de Ocean View : een parkeerterrein van gravel met paaltjes met water en stroom en dat vlak aan zee (nu heet hij weer de baai van St. Lawrence, want we zijn weer aan de westkant). Het campinkje wordt gerund door de plaatselijke Lions club. En inderdaad komt even later "de penningmeester" langs, pikt Han op, en neemt hem mee naar het kantoortje in het clubhuis. Heel officieel allemaal. Dan wordt Han keurig rondgeleid langs de douches en toiletten. Het ziet er allemaal keurig uit. Zoals zo vaak is de hemel weer helemaal schoon geworden en zien we de zon weer wegzakken in de zee...

Donderdag 27 mei
Vannacht was het weer raak : storm en regen. De camper schudde dat het een lust was. En Han maar slapen. Ik heb over ons gewaakt. En het is allemaal goed gegaan. Vanmorgen joegen de wolken van het land naar de baai, maar het was droog. Op weg gegaan naar het gehucht Green Point. Daar is een wandeling van een uur en zes km lang (klopt dus niet met elkaar volgens onze manier van lopen). We zijn op tijd de afrit van de camping Green Point ingereden, maar verder was er niks te zien. Doorgereden, op zoek naar het gehucht : geen gehucht. We zijn uitgekomen bij de leuke lighthouse van Lobster Cove. Knus museumpje in de voet van de toren en een heel enthousiaste mevrouw (Louise Decker) die van alles vertelde. En de wandeling om de vuurtoren gemaakt; de moeite waard met allemaal mooie uitzichten en vergezichten. Door naar Rocky Harbour voor wat boodschappen. Bij de Food Stop zijn we vrijwel helemaal geslaagd. Het interieur deed denken aan een noodwinkel tijdens een heftige verbouwing, maar we raken gewend aan zulke dingen. Ze zijn hier erg praktisch ingesteld : als het kan, het werkt of het doet het, dan is het goed. Niemand komt met zijn vingers aan of in de grote open stoppenkast, want daar heb je niks te maken. En nu op weg naar de zorgvuldig uitgezochte camping in Lomond. Als we na de afslag een paar km op weg zijn, komen we ineens in een road construction terecht (12 km). De weg ligt er uit, overal bergen gravel, en af en aan rijdende enorme vrachtauto's met nog meer gravel. Kortom, niet leuk voor onze erg witte camper. Dan komen we op de camping. Nou dat viel tegen : het electrisch gaat er 's avonds om 18.00 uur op en om middernacht weer af, en 's morgens om 06.00 uur weer op enzovoort, ook het internet is "op de bon". En dat alles, omdat men op brandstof wil besparen van het aggregaat. Dit alles gaat ons te ver en we maken rechtsomkeert. weer over de 12 km durende martelgang. We moeten dan ook weer bijna 40 km terug rijden om onze tweede keus camping te bereiken; bij Norris Point. Dit blijkt een prachtige camping te zijn. Midden in het Gros Morne National park. Met de hele dag stroom, maar internet blijkt lastig te zijn, want draadloos wil niet. Helemaal omdat het kantoortje - waar we aan de vaste lijn mogen hangen - zeer beperkt open is. De camping ligt prachtig tussen mooi beboste heuvels aan een meertje. Een grote eigen plek. We besluiten om hier drie nachten te blijven. Er is veel te zien en te doen in de omgeving. Voor het eerst - sinds nachten - slapen we weer in een camper die niet heen en weer staat te schudden.

 

2 Reacties

  1. P2T1:
    1 juni 2010
    Geweldig en vooral het verhaal over de ijsbergen. Wat lijkt ons dat fascinerend om te zien. Han, we willen ALLE foto's zien hoor...... (een dag of twee voor uittrekken misschien:):):)). Tja de mentaliteit is daar dus heel anders, een verademing, maar we kennen het natuurlijk.
    Geniet het nog volop en doe vooral voorzichtig,
    LOL
  2. Rikie Nijhuis:
    1 juni 2010
    Hoezo koud, vroeger had je dia avonden het wordt nu n.l digitaal foto's kijken we zijn benieuwd hoe het er allemaal uit ziet.Nog hele fijne dagen en tot het volgende verslag hou het ook in het buitenland in de gatten wanneeer je wat plaatst.
    xxx